Het is moeilijk te beschrijven hoe het is om nooit meer rust en ontspanning te vinden. Ergens in mijn twintigerjaren werd ik mij voor het eerst bewust dat stil liggen in bed, niet noodzakelijk stilte in mijn hoofd betekende.
Is dit nu echt stilte? En waarom hoor ik nog vanalles?
Het was snel duidelijk dat ik in mijn pubertijd al behoorlijk wat schade had opgelopen aan mijn gehoor. Een constante, toen nog milde, pieptoon kraste toen al in op mijn brein. Ik was een kind toen ik na lang gezaag mijn eerste walkman kreeg. Een bijzonder goeie nog wel van Kenwood, met een radio. Ik was een kind en vond het heerlijk dat ook de buitenwereld mijn gezoem kon horen en die ging dus helemaal open. Een “responsable adult” had er toen eigenlijk iets van moeten zeggen, maar ik weet niet of ik niet te koppig zou zijn geweest om verder te doen.
Later in mijn pubertijd was ik in de – toen nog – Vooruit in Gent waar de nineties band Magnapop optrad. Het geluid stond loeihard en op een bepaald moment herinner ik mij dat de gang volstond met naar hun oren grijpende klagende mensen. Loeihard. De tinnitus werd heviger en ik hoorde slechter van dan af.
Echt heel erg mis ging het in 2007 als ik een lichte grieperige oorontsteking had, waardoor ik plots minder goed telefoongesprekken kon verstaan. Ik was aan de telefoon met een vriend, dus om heb toch te verstaan zette ik het volume van mijn telefoon veel hoger. Net op dat moment kwam en een hevige piep, een tweede lijn binnen, die zo luid was dat ik rechts niets meer hoorde.
Op dat moment heeft de veel te logge, trage machine die ons medische systeem is mij heel erg in de steek gelaten. Ik werd in een slakkengangetje van dokter naar dokter doorgestuurd, een pilletje cortisone voor een week, niet gewerkt. Een tweede week dan maar in het ziekenhuis, nu met een baxter met cortisone, niet gewerkt.
Pas de derde week na mijn plotse doofheid werd ik voor de eerste keer naar de hyperbare zuurstoftank gebracht. Volgens medische voorschriften moet je daar binnen de 48 uur inzitten. Niet gewerkt dus. Ik verloor weer een behoorlijk stuk van mijn auditieve kwaliteiten.
Het is pas veel later dat ik de moed had om een eerste eigen hoortoestel te kopen.
Op het moment van schrijven, na de genadeslag die mijn linkse gehoor voorgoed volledig uitschakelde, is rust niet langer rust. Er is een constante luide zoem, links en rechts die nog luider wordt gedurende het verloop van de dag en op elk moment mijn aandacht naar zich toetrekt.
Altijd. (zucht)